De structuur en organisatie van de liturgie

door Tjeerd van der Ploeg

Cyclische structuur gaat uit van menselijk bestaan.
Liturgie als heiliging van de tijd.
(dagen, weken, maanden, seizoenen)
De cyclische structuur uit zich in de continuïteit van lees-, zangroosters en gebeden, maar ook in het onderhouden van de getijden.
Natuurlijk zijn lezingen, gezangen en gebeden nauw met elkaar verbonden.
Liturgie heeft altijd spiraalbeweging, geen cirkel.
Dit komt tot uiting in leesroosters die (op zondagen) een cyclus van drie jaren volgen.
Op weekdagen is er een eenjarige cyclus in de sterke tijden en een tweejarige cyclus (alleen voor de eerste lezing; de evangelielezing is eenjaarlijks) in de tijd door het jaar.
De weekdagenliturgie wordt vooral bij de Rooms katholieken gepraktizeerd.
Na het Tweede Vaticaans Concilie heeft men voor de zondagen een lezingencyclus van drie jaren ingesteld. Men wilde een groter deel van de H. Schrift lezen.
Om de drie jaar keren dan dezelfde lezingen weer terug. De drie jaren worden A, B en C-jaar genoemd en er wordt voor het evangelie achtereenvolgens gelezen uit Mattheus, Marcus en Lucas. (Om te weten in welk jaar we zitten : voor het C-jaar is het getal van het jaar door drie deelbaar. Bijv. 1998 ( met als som 27) is het C-jaar).

In de 'sterke' liturgische tijden (Advent, Kersttijd, 40-dagentijd, Goede week, Paastijd) is een eigen lezingen-cyclus opgesteld waarbi uit meerdere evangeliën wordt gelezen. Het Johannes-evangelie dat buiten het drie-jaarlijkse rooster valt, wordt voornamelijk dan gelezen.

Ritmische structuur gaat uit van menselijk leven (geboorte, huwelijk, ziekte, overlijden.
De liturgie rond leven en sterven staat buiten de zojuist geschetste cycische structuur, er is sprake van gelegenheidsliturgie.

Liturgie in kader van spiritualiteit
Vooral binnen Rooms-katholieke kerk van belang: devoties, feesten, bedevaart etc.
Geen kerkelijk jaar bewustzijn.

Liturgie die uitgaat van actualiteit/thema
Oogst en dankfeesten. Themadiensten.
Incidenteel, thematisch karakter.
Valt buiten kader van cyclische structuur.

Kerkzijn krijgt gestalte binnen de gemeenschap, in de gemeente. Liturgie geeft vorm aan de samenkomst der gemeente.
De grondstructuur van liturgie is:

Lectio
(lezing)
Meditatio
(overweging)
Oratio
(gebed)

Deze driedelige structuur van het luisteren naar de Schrift, het overwegen daarvan en het gebed vat in het kort het wezen van de samenkomst der gemeente samen.
Deze structuur moet niet te eng worden opgevat.
De lofprijzing door zang, lezing, verkondiging en gebed loopt door de gehele liturgie heen.

tvdp 8 10 97