Deze cd bevat de volgende werken:
Symphonie-Choral d'Orgue op.69
(en six parties enchaînées)
De eerste schetsen voor de Symphonie-Choral werden gemaakt in augustus
1935 aan de Ile d'Ouessant bij Bordeaux. De laatste hand aan dit werk werd
gelegd van 5 oktober tot 22 november te Parijs.
Delen uit psalm 18 vormen de inspiratiebron voor dit werk:
' O Here, mijn steenrots, mijn vesting, mijn rots bij wie ik schuil.
Banden des doods hadden mij omvangen, en stromen van verderf hadden mij
overvallen. Toen het mij bang te moede was riep ik de Here aan. Hij hoorde
mijn stem uit zijn paleis, mijn hulpgeroep tot Hem drong door in zijn
oren.
Toen dreunde en beefde de aarde...
Hij neigde de Hemel en daalde neder, donkerheid was onder zijn voeten.
Hij reikte van omhoog, greep mij, trok mij op uit grote wateren.
Hij leidde mij uit in de ruimte, Hij redde mij!
Here, Gij doet mijn lamp schijnen... Gij doet mijn duisternis
opklaren.
Geprezen zij mijn rots, en verhoogd zij de God mijns heils.'
Commentaar van de componist:
`In deze Symphonie-Choral... immens klankfresco, vindt een
vermenging plaats van het oude koraal en de symfonische kunst. Het is als
het ware een aanzienlijke uitbreiding van Triple-Choral van
dezelfde schrijver met, daaraan toegevoegd, alle rijkdom van de
ontwikkelingen van de moderne symfonie'.
Het werk werd uitgegeven bij Bruxelles-Paris, Schott, 1939.
De eerste uitvoering vond plaats op 26 maart 1936 in de Ste. Clotilde
door de componist en werd door de radio uitgezonden.
Sei Fioretti, pages d'orgue op.60
De Sei Fioretti werden geschreven in december 1932 gedurende een
verblijf van Tournemire in Assisi.
Ze werden gebaseerd op tekstfragmenten uit de Fioretti van Franciscus
van Assisi. Het zijn stukken in miniatuurvorm.
De teksten luiden:
- Ik ben het meest lage, verachtelijke, schuldige schepsel dat er ooit
geweest is!
Waarom komt men dan naar mij toe?
- Ik ben recht in mijn oordeel naar mijzelf, om mij te straffen voor
mijn ernstige fouten hebt u gewilt dat mijn gezichtsvermogen zou
afnemen en dat ik het voor een poosje geheel zou missen!
O, ben ik niet te waardig voor deze ontberingen?
Verdien ik er niet veel zwaarder?
Echter, mijn God, hebt u mij niet gezegd:` Wanneer de gehele aarde
in goud zou veranderen, en jij vervolgens een schat zou vinden die
meer was dan goud, zou je je over deze schat niet op de top van je
vreugde bevinden?
U weet dat ik dit mijzelf niet waard vind! En hebt u er niet aan
toegevoegd:
`Verheug je, want dit is wat ik voor jou bedoeld heb'.
- De minachting jegens mijzelf, mijn onwaardigheid, groeit met de dag!
Echter, hebt u mij niet begunstigd met vogels te kunnen spreken,
en door hen te worden begrepen?
- Terwijl ik steeds meer wegzink... in onwaardigheid, bent u niet
onvermoeid doorgegaan met mij te overladen met gunstbewijzen?
Zulks als de lidtekens die de tekens zijn van uw Lijden?
- Op het hoogtepunt van minachting jegens mijzelf, ben ik gaan
nadenken over de oneindige verheerlijking!
Ik heb u gesmeekt om mij in uw genade op te nemen. Al biddend ben
ik ineengezakt. Plotseling is een engel mij verschenen, een viool in
de linkerhand en een strijkstok in de rechterhand. Ik heb geheel
bevangen door verbazing uw van de hemel gezondene aangezien: De
strijkstok op de viool geplaatst komt er een melodie tot klinken. Mijn
ziel is alsof bedwelmd. Eén vioolstreek meer en mijn ziel zou zonder
twijfel geraakt zijn in een uitzonderlijke staat van opwinding.
- Ik zend u, o Christus, een laatste gebed: op het uur van de dood van
uw geminachte schepsel, maak dat het sterft in vrede en dat het rust
in het eeuwige leven.
De eerste uitvoering werd gegeven door Tournemire op 19 december, 1933
in de Ste. Clotilde.
Symphonie sacrée pour orgue, op. 71
(en quatre parties enchaînées)
De compositie werd begonnen op 1 januari 1936 en voltooid op 15
februari van datzelfde jaar.
Inspiratiebron was de kathedraal van Amiens.
Commentaar van de componist: `Geïnspireerd door het schip van de
kathedraal van Amiens... Dit werk is als een verheerlijking van de
schoonheid van de spitsbogen en een verklanking van de kathedraal.
Een muzikale bloemslinger, een soort van etherische en beweeglijke
parafrase bevat in zichzelf de volle substantie van deze symfonie; hieruit
ontstaat een lang preludium, een vrij, fugatisch deel, een oneindig kalm
lied en uiteindelijk een grote doorwerking'.
Het werk werd in 1959 uitgegeven bij de Schola Cantorum te Parijs ter
gelegenheid van de 20ste sterfdatum van Tournemire.
De eerste uitvoering vond plaats door Tournemire op het concert van 26
maart 1936 waar ook de Symphonie-Choral d'orgue op.69 zijn première
beleefde.
|