Magazine d'Orgue, Jean Ferrard (nr. 51 november 1998):
L'Orgue Mystique Vol. 1, Vol. 2/3
L'Orgue de Douai sera pour les nombreux auditeurs qui ne le
connaissaient pas encore, une très heureuse surprise: inauguré par
Vierne en 1922, cinq ans avant que Tournemire n'entame la
composition de L'Orgue Mystique il convient parfaitement à ce
monument. Quant à l'interprétation de Tjeerd van der Ploeg, elle
démontre une grande sensibilité et témoigne de sa parfaite
assimilation par des exigences expressives et musicales de
Tournemire. A écouter!
[Het orgel van Douai zal voor menig luisteraar die het nog
niet kent een gelukkige verrassing betekenen: ingespeeld door Vierne
in 1922, vijf jaren voordat Tournemire met de compositie van L'Orgue
Mystique begint, past het uitstekend bij dit monument. Wat de
interpretatie van Tjeerd van der Ploeg betreft, deze geeft blijk van
een grote gevoeligheid en legt getuigenis af en vereenzelvigd zich
met de expressieve en muzikale eisen die Tournemie stelt.
Luisteren!]
Nederlands Dagblad 4-8-1997:
L'Orgue Mystique Vol. 1, Vol. 2/3
Van de subtiele impressionistische muziek van Tournemire geeft
de Nederlandse organist een voortreffelijke vertolking. Geheel eigen
met de muzikale taal voert hij de luisteraar mee in de mystieke
sfeer van Franse kathedralen. De heldere opname en de klankkleur van
het Frans symfonische Mutin-orgel dragen hiertoe bij. Deze CD is
beslist een aanrader voor de liefhebber.
Trouw, 16-10-1997 Christo Lelie:
L'Orgue Mystique Vol. 2/3:
Tjeerd van der Ploeg speelt deze werken zeer sfeervol en
geïnspireerd op een daartoe stilistisch perfect instrument: het
Mutin-orgel uit de St. Pierre te Douai. Dit gave Frans symphonische
orgel heeft heerlijke strijkers, fluiten en tongwerken om
Tournemire's impressionistische kleuren weer te geven.
Reformatorisch Dagblad, J. Veerman 2-1-1998
L'Orgue Mystique Vol. 2/3:
Wie Tournemire's muziek beluistert staat vaak voor verrassingen.
Soms zijn er exotische registraties en wonderlijke akkoorden te
horen of schiet de melodie op het meest onverwachte moment van de
ene naar de andere stem en weer terug. Met name in de Postludes na
de dienst gaat het soms zeer grillig toe. Hier vliegen de
gregoriaanse gezangen vaak in sneltreinvaart langs je oren. In de
dienst voor Pasen laat Tournemire er maar liefst vier, waaronder het
`Haec Dies'(ps. 118:24) en het Te Deum, na en door elkaar klinken.
Het zijn stukken die oplaaien als wilde vlammen; waar melodieën nu
eens in dreunende pedaaltonen, dan weer met feestelijke guirlandes
te horen zijn. Soms is het zacht als satijn, soms zo grillig als de
gietijzeren ingang van een Parijs' metrostation. Zo speelde
Tournemire. Eigenzinnig en onvoorspelbaar. Maar immer sfeervol en
met toewijding. Zodat de zang- en daardoor de hele dienst- een
dimensie extra kreeg; in een onverwacht, verrassend licht kwam te
staan. [...] Dankzij Van der Ploeg en het vier klaviers Mutin-orgel
van de St. Pierre in Douai krijg je een prima indruk hoe Tournemire
tijdens de eredienst moet hebben gespeeld; sfeervol en eigenzinnig.
[...] Bijzonder aanbevolen.
De Orgelvriend, december 1999, Gerco Schaap
L'Orgue Mystique Vol. 2/3, Vol. 4
Deze CD's verdienen een hoog 'belang cijfer'; Van der Ploeg is
een van de weinigen die op een dergelijke wijze eens lans breekt
voor het toch niet zo toegankelijke oeuvre van deze Franse
componist, en bij mijn weten de eerste organist die deze muziek
stelselmatig op CD uitbrengt.